Vlad III 'Voivode of Wallachia'
(1431 - 1476), ook gekend als:
- Vlad Tepes
- Vlad de Spietser (Vlad the Impaler)
- Vlad III Dracula, zoon van Vlad II Dracul
- Vlad Dracula
- Dracula
Walachije, de meest zuidelijke van de drie Roemeense provincies, ontstond als politieke eenheid aan het eind van de dertiende eeuw uit de brokstukken die na het uiteenvallen van het oost Romeinse rijk waren achtergebleven. Een belangrijke heerser van Wallachije was Basarab de Grote (1310 - 1352). De troon van Wallachije was erfelijk, maar ging niet automatisch over op de oudste zoon. Wanneer de vorst stierf, werd zijn opvolger door de bojaren gekozen uit de beschikbare leden van de prinselijke familie. Deze bojaren waren leden van de hoge adel, die in de Slavische landen feitelijk de macht deelden. In Wallachije zorgde deze deling van de macht voor flinke intriges. Moord en doodslag waren volkomen normale politieke middelen en er waren maar weinig edelen wie een hoge leeftijd en een natuurlijke dood gegund was.
Na verloop van tijd was de Basarab dynastie in twee rivaliserende clans uiteen gevallen, de ene clan onder leiding van prins Dan, de andere onder leiding van prins Mircea de Oude (de grootvader van onze hoofdpersoon). De vete tussen Mircea en zijn nakomelingen en de Danesti-clan zou een belangrijke rol spelen in het leven van Vlad en zijn vader.
Voordat we naar Vlad zelf gaan kijken, maken we eerst even kennis met zijn vader, die ook Vlad heette. Deze Vlad II was lid van de Orde van de Draak. Deze ridderorde, die wel kan worden vergeleken met de Teutoonse Ridderorde, was een semi-militaire en religieuze broederschap, die door Sigismund, keizer van het Heilige Roomse Rijk, en diens tweede vrouw Barbara Cilli was ingesteld om de Turken te bestrijden. Deze Turken vormden namelijk een ernstige bedreiging voor het Christelijke Europa. Sigismund had terecht geconcludeerd, dat een sterke buffer in de Balkan een goede verdediging zou vormen tegen de steeds weer oprukkende Turken. Vlad II nam zijn taak als ridder van de genoemde orde zeer serieus, en de Roemeense bojaren gaven hem al snel de naam Dracul, afgeleid van het Duitse woord Drache (Draak). Vlad II kon dit kennelijk wel waarderen en gebruikte het symbool van de draak als zegel en op zijn munten. De orde is voor ons wel interessant, wegens de traditionele dracht van de leden van de orde: een zwarte cape over een rode tuniek, die alleen op vrijdag gedragen mocht worden, tijdens de herdenking van Christus' lijden. Liefhebbers van Dracula films zullen de cape ongetwijfeld herkennen.
Vlad III werd in 1431 (november of december) geboren in het stadje Sighisoara in Transylvanië, waar zijn vader op dat moment diende als militair Gouverneur in dienst van keizer Sigismund. Vlad's geboortehuis stond aan de Piata Museului, een pleintje midden in de oude citadel. Het huis bestaat nog steeds en wordt nu gebruikt als restaurant, waar slechts de namen van sommige gerechten (de Dracula-schotel schijnt erg lekker te zijn) en een klein portretje aan de muur herinneren aan de boreling.
Al snel kreeg Vlad III de bijnaam Dracula, wat letterlijk 'zoon van de draak' betekent. Deze naam was oorspronkelijk een verwijzing naar zijn vader, die als 'Vlad de Draak' door het leven ging, maar naarmate Vlad's talent in het folteren meer bekend werd, werd zijn bijnaam steeds vaker geïnterpreteerd als 'zoon van de duivel' (naar het Roemeense woord Drac, wat duivel betekent). Vlad III zou ook bekend staan als Vlad Tepes. In de rest van dit stuk zullen we onze hoofdpersoon verder als Vlad aanduiden en zijn vader als Dracul.
In de winter van 1436-1437 wist Dracul prins van Wallachije te worden door zijn rivaal Alexandru van de Danesti-clan te verslaan. Dracul verhuisde naar het paleis van Tirgoviste, de prinselijke hoofdstad. Vlad ging met zijn vader mee en woonde zes jaar aan het prinselijk hof, waar hij door een oudere bojaar werd onderwezen in de vaardigheden van oorlog en vrede, die voor een Christelijk ridder noodzakelijk werden geacht.
Wallachije lag op een lastig punt, ingeklemd tussen de grootmachten Turkije (het Osmaanse of Ottomaanse rijk) en Hongarije. Dracul probeerde in eerste instantie neutraal te blijven, maar moest in 1443 Turkse hulp accepteren, toen de troon met Hongaarse hulp werd veroverd door een Danesti rivaal, Basarab II. Om zich van Turkse steun te verzekeren ging Dracul zelfs zo ver, dat hij in 1444 zijn zonen Vlad en Radu als gijzelaar aan Sultan Murad II overdroeg. Vlad werd in Adrianopel vastgehouden tot 1448, terwijl zijn broer Radu vrijwillig in Turkije bleef tot 1462. Het lijdt geen twijfel, dat deze 'vrijwillige' gevangenschap een belangrijke rol heeft gespeeld in de vorming van Vlad's karakter en levensvisie.
Toen de Hongaarse koning Ladislas Poshumous in 1444 de strijd aanbond om de Turken uit het Christelijke Europa te verjagen, had Dracul een groot probleem. Aan de ene kant was hij als lid van de orde van de draak moreel verplicht de Hongaarse koning te steunen. Aan de andere kant had hij het met de Sultan op een akkoordje gegooid en zelfs net twee van zijn zoons overgeleverd. Dracul loste het probleem op door zelf niet aan de strijd mee te doen, maar zijn oudste zoon Mircea te sturen.
Het Christelijke leger werd verpletterend verslagen in de slag van Varna. De hongaarse veldheer Hunyadi kneep er op weinig eervolle wijze tussenuit, wat voor Mircea en zijn vader aanleiding was Hunyadi de schuld van de nederlaag te geven. Vanaf dat moment zou Hunyadi een verbitterd tegenstander zijn van Mircea en Dracul.
De Turken lieten Vlad in 1448 gaan, nadat ze hem verteld hadden over de door Hunyadi en Vladislav II georganiseerde moord op zijn vader. Vlad werd ook op de hoogte gesteld van de dood van zijn broer Mircea, de oudste wettige zoon van Dracul, die was gemarteld en uiteindelijk levend begraven door de bojaren van Tirgoviste.
Hunyadi, de tegenstander van Vlad's broer Mircea, had zijn eigen kandidaat Vladislav II op de Wallachijse troon gezet. De 17-jarige Vlad deed een poging de troon van Wallachije te veroveren, daarbij gesteund door Turkse cavalerie en een contingent troepen die hij van pasja Mustafa Hassan ter beschikking gesteld had gekregen. Hunyadi versloeg hem echter twee maanden later en plaatste Vladislav II weer op de troon. Vlad vluchtte naar Moldavië, waar hij onderdak kreeg bij zijn neef, prins Bogdan van Moldavië.
In 1451 werd Bogdan vermoord en in het tumult dat daarop ontstond was Vlad gedwongen bescherming te zoeken bij zijn vijand Hunyadi. Dat kwam Hunyadi op dat moment goed uit, want zijn beschermeling Vladislav II had gekozen voor een pro Turkse politiek en Hunyadi had dringend behoefte aan een meer betrouwbare stroman.
Twee jaar later viel Constantinopel. Heel Europa was geschokt en Hunyadi besloot Turks Servië binnen te vallen, terwijl Vlad zou proberen Wallachije te heroveren. Hunyadi sneuvelde in de slag om Belgrado, maar in juli 1456 was Vlad in staat een tweede, succesvolle poging te doen om de troon van Wallachije te veroveren, waarbij hij het genoegen smaakte wraak te nemen op zijn doodsvijand Vladislav. Voordat Vladislav ter dood werd gebracht, werd hij gedwongen om, geknield voor een open graf, zijn eigen grafrede voor te lezen. Op dat moment begon Vlad's langste regeringsperiode, die zes jaar zou duren, en waarin hij zijn bloedige reputatie zou vestigen.
Toen Vlad stevig in het zadel zat, nam hij wraak op de bojaren van Tirgoviste voor de dood van zijn vader en broer Mircea. Op paaszondag, vermoedelijk in het jaar 1459, arresteerde hij alle bojarenfamilies die hadden meegedaan aan het prinselijke feest. De ouderen liet hij spietsen. (hierover later meer) Degenen die niet gespietst werden, liet hij van de hoofdstad naar het plaatsje Poenari marcheren. Het was een barre tocht van zo'n 80 kilometer, maar degenen die het overleefden kregen geen toestemming te rusten, voordat ze hun einddoel bereikt hadden. Vlad droeg hen daarna op een fort te bouwen op de ruïnes van een oudere versterking, met uitzicht over de rivier Agres. Velen kwamen om tijdens de bouw, maar Vlad verwierf zich een stevige basis, waar hij zich tegen toekomstige vijanden kon verdedigen. De resten van dit fort staan nu bekend als Kasteel Dracula. Op St. Bartholomeus dag in hetzelfde jaar liet Vlad 30.000 kooplieden en bojaren uit de stad Brasov spietsen en in 1460 nog eens 1.000 inwoners van Sibiu. Het tekort aan Bojaren dat Vlad op deze manier veroorzaakte loste hij op door vrije boeren en middenstanders, die hem op de een of andere wijze hadden geholpen, in de adelstand te verheffen.
Vlad zou in de wijde omtrek berucht worden om zijn wrede straffen. Hij liet vaak mensen levend villen, koken, onthoofden, de ogen uitsteken, wurgen, ophangen, verbranden, roosteren, in stukken hakken, levend begraven en ga zo nog maar een poosje door. Bij vrouwelijke slachtoffers ging Vlad vaak over tot het verminken van de geslachtsorganen. Zijn favoriete methode bleef echter het spietsen, waaraan Vlad zijn tweede bijnaam dankte: Tepes. Het Roemeense woord 'Tepes' (fonetisch beter gespeld als 'Tseppesj') betekent namelijk zoveel als 'spietser'. Zelfs de Turken noemden hem 'Kaziglu Bey', wat 'De Spietser Prins' betekent. De meeste slachtoffers waren kooplieden en bojaren uit Wallachije, maar Vlad had er geen enkel probleem mee om ook buitenlandse edelen en zelfs kinderen op gruwelijke wijze om te brengen.
Dit spietsen was een bijzonder gruwelijke manier om iemand ter dood te brengen. Een houten staak, zo dik als een mannenarm, werd bij het slachtoffer - om het voorzichtig te formuleren - tussen de benen ingebracht. Vaak werden twee paarden aan de benen van het slachtoffer vastgebonden, om het slachtoffer eenvoudig over de paal heen te kunnen trekken. Er zijn ook flink wat gevallen bekend, waarbij de staak via een andere weg werd ingebracht, hetzij via een andere lichaamsopening, hetzij met bruut geweld via de onderbuik of borst. Een enkele keer werd de staak via de mond ingebracht, zodat het slachtoffer ondersteboven kwam te hangen. De staak mocht niet te scherp zijn, want dan zou het slachtoffer te snel sterven. De 'kunst' was om de staak zo diep in te brengen, dat het slachtoffer niet onmiddellijk stierf, maar ook niet van de staak afviel als deze rechtop werd gezet. Als het slachtoffer zo in de lucht hing, werd hij of zij door het gewicht van het eigen lichaam, langzaam naar beneden getrokken, waarbij de punt van de staak zich langzaam een weg zocht door de ingewanden. De dood van de slachtoffers was niet alleen uiterst pijnlijk, maar kon soms enkele dagen duren.
Vlad Dracula bouwde een eetzaal bij zijn hoofdstad Tirgoviste en nodigde alle armen, ouderen en lammen uit voor een feestmaal. Toen ze gegeten hadden, zo gaat het verhaal, liet Vlad de zaal van buiten afsluiten en in brand steken. Volgens historicus Lonel Baumann verdedigde Vlad zijn optreden door te zeggen dat “de gasten ongewenste personen waren”. In documenten uit die tijd en Vlad de spietser lezen we dat die zogenaamde lammen in werkelijkheid dieven waren. Die dieven teisterde het hele land en ze bedreigde de handel die toen net op gang kwam. Nu hij de adel en de armen in z’n eigen land had afgeslacht richtte Vlad zich op de ongelovige. Het Turkse moslim-rijk wou Europa veroveren, maar Vlad stond in de weg. Met de zegen van de paus viel Vlad Turkse stellingen aan en nam duizende Turken gevangen. Vlad wist dat de sultan wraak zou nemen. Daarom vergiftigde hij de bronnen en verbrandde zijn eigen dorpen. De Turken vonden veel te weinig eten en drinken. Vlad had nog meer in petto. Toen het Turkse legen Tirgoviste naderde, belust op wraak zagen ze iets gruwelijks: de karkassen van 20.000 Turkse gevangenen, op houten spietsen. Een woud van gespietsten. De Turken noemde hem voortaan, met afkeer en respect tegelijk: Kaziglu Bey, 'de meester spietser'. Verhalen van Dracula’s monsterlijke wreedheden bereikten via reizende monniken ook Midden-Europa. Hij sneed oren, neuzen en geslachtsdelen af. Hij onthoofde mensen of spijkerde hun hoed aan hun hoofd vast. Hij zou mensenvlees eten en mensenbloed drinken en dwong andere om mee te eten. Hij wreef zout of honing in wonden van gevangenen en liet dieren eraan likken, om zo helse pijnen te laten lijden. Zijn naam kreeg een 2de betekenis: 'Dracula de draak', 'Dracula de duivel'.
Bij de meeste mensen heeft de beschrijving van deze methode van terechtstelling een slechte invloed op de eetlust. Bij Vlad had het aanschouwen van deze Saté Orang kennelijk een heel andere uitwerking. Vooral bij massa-executies gaf Vlad opdracht een uitgebreide maaltijd te serveren, zodat hij, onder het genot van een overvloed aan voedsel en drank, nog meer plezier zou beleven aan het aanschouwen van de gruwelijke dood van zijn slachtoffers.
Begin 1462 startte Vlad een campagne tegen de Turken aan de oevers van de Donau. Hij nam daarmee een flink risico, aangezien Sultan Mehmed II een forse militaire overmacht had. In de winter van 1462 slaagde Vlad er echter in een flink aantal militaire successen te boeken. De sultan besloot Vlad een lesje te leren en Wallachije als Turkse provincie in te lijven. Hij trok Wallachije binnen met een leger dat maar liefst drie maal zo groot was als Vlad's troepenmacht. Vlad had geen andere keus dan zich terug te trekken in Tirgoviste, maar onderweg paste hij de tactiek van de verschroeide aarde toe. Dorpen en akkers werden platgebrand en bronnen werden vergiftigd. De Turken wisten ondanks een ernstig gebrek aan eten en drinken toch de hoofdstad te bereiken, maar werden daar geconfronteerd met een gruwelijk beeld: voor de stad waren duizenden staken rechtop neergezet, met daarop de rottende lijken van zo'n 20.000 Turkse krijgsgevangenen. Het resultaat was precies wat Vlad had willen bereiken: zelfs de dapperste Turkse officieren zonk de moed in de schoenen en de sultan had geen andere keus dan toegeven dat hij verslagen was. (Deze gebeurtenis wordt overigens ook beschreven in de 'Legende des Siecles' van Victor Hugo)
Mehmed trok zich terug uit Wallachije, maar stuurde Vlad's jongere broer Radu, die door de Turken als troonpretendent naar voren geschoven was, naar het front. Aan het hoofd van een Turks leger en met steun van deserteurs uit het leger van Vlad, achtervolgde Radu zijn broer naar het kasteel van Poenari aan de oever van de Arges.
De legende vertelt, dat Vlad's vrouw, om aan Turkse gevangenschap te ontkomen, daar zelfmoord pleegde, door zich van de kantelen langs de rotswand in de rivier te werpen. (Francis Ford Coppola heeft dit thema gebruikt in zijn versie van Dracula) In de officiële geschiedschrijving is hier echter geen bewijs van te vinden, wat op zich ook weer niets zegt, omdat vrouwen in die tijd en streek van ondergeschikt belang waren.
Vlad was in ieder geval niet het type om zelfmoord te plegen. Hij wist aan de belegering te ontkomen via een geheime doorgang naar de bergen. Met behulp van een paar boeren uit het dorpje Arefu wist hij Transylvanië te bereiken, waar hij kennis maakte met de nieuwe Hongaarse koning Matthias Corvinus. Vlad hoopte van deze Matthias hulp te krijgen, maar in plaats daarvan werd hij gevangen genomen en opgesloten in de Hongaarse hoofdstad Visegrad.
Heel geleidelijk wist Vlad weer bij de koning in de gunst te komen, zelfs zozeer dat hij toestemming kreeg om met een lid van de koninklijke familie in het huwelijk te treden. (Sommige bronnen noemen Corvinus' zuster als bruid) Vlad verwekte bij zijn tweede vrouw twee zoons. (vermoedelijk rond 1466) Ondertussen volgde Vlad's broer Radu een openlijk pro Turkse koers. Mogelijk heeft dit een rol gespeeld in de positieve houding die Corvinus tegenover Vlad innam. Waarschijnlijk heeft ook Vlad's bekering tot het katholicisme hieraan bijgedragen. In ieder geval werd Vlad in 1475 door Corvinus weer erkend als prins van Wallachije.
In 1476 deed Vlad een inval in Wallachije, daarbij gesteund door de Transylvanische prins Stephen Báthory. (Onthoud die naam, want we zullen hem straks nog een keer tegenkomen.) Met een troepenmacht bestaande uit Transylvaniërs, ontevreden Wallachijse bojaren en een contingent Moldaviërs wisten Vlad en Báthory hun rivaal Basarab de oude, die de inmiddels overleden Mircea had opgevold als prins van Wallachije, op de vlucht te jagen. De Wallachijse bojaren herinnerden zich de bloedbaden die Vlad had aangericht en velen van hen weigerden Vlad te steunen toen hij een oprukkende Turkse troepenmacht het hoofd moest bieden. Met nog geen 1000 man stond Vlad tegenover een immens Turks leger.
Vlad stierf in december 1476 op het slagveld nabij het toen nog kleine stadje Boekarest. Wat er precies gebeurd is, is nooit helemaal opgehelderd. Volgens één verhaal werd Vlad vermoord door zijn eigen Bojaren. Volgens een ander verhaal ging Vlad gewoon in de strijd ten onder. Het mooiste maar minst waarschijnlijke verhaal vertelt echter dat Vlad de Turken wist te verslaan. Vlad rende een heuvel op, met de bedoeling op de top de overwinning uit te roepen. Eén van zijn eigen mannen zou hem per ongeluk hebben aangezien voor een Turkse soldaat en hem gedood hebben.
Wat wel vaststaat, is dat Vlad's lichaam werd onthoofd. Het hoofd werd geparfumeerd en in zijde gewikkeld om vervolgens naar Constantinopel gestuurd te worden, waar het op een staak tentoon werd gesteld. Zijn lichaam werd begraven in één van de door hem beschermde kloosters op het eiland Snagov.
In 1931 werd een kerk bij een klooster op Snagov door archeologen onderzocht. Men vond een kist, bedekt met een purperen kleed, geborduurd met gouddraad. Het bleek een skelet te bevatten, bedekt met stukken verbleekte zijde brokaat, waarvan diverse delen - onder andere de schedel - ontbraken. Verder werd in de kist een ring gevonden met het wapen van Vlad. Dit graf wordt dan ook door wetenschappers als het graf van Vlad beschouwd. Het skelet werd overgebracht naar een museum, waar het na korte tijd... spoorloos verdween.